woensdag 15 september 2010

Zarauth - Deba.






Noodgedwongen sliep ik in een jeugdherberg. Het was er nogal eenzaam omdat er geen pelgrims waren. Bij het ontbijt was ik echter niet alleen. Pedro was er ook en hij had zelfs een stoel met zijn naam op. Hij knikte nog eens met zijn hoofd als ik vertrok. Vreemde man, denk ik nog.

Ik loop Zarauth uit langs de kust op een soort wandelpad gemaakt voor jongers en wandelaars. Daarna ga ik de bergen in. Ik twijfel of ik de route langs de kust neem ofwel de aangeduide gele pelgrimsweg. Langs de kust zou ik de gr 121 moeten nemen. Zo kan ik de hele dag de zee zien.

In het kleine dorpje, waar ik gelukkig iets kan drinken, zegt de dame dat de route langs de kust prachtig is en dat ik niet moet twijfelen. Ik blijf nog wat op haar terras zitten en doe mijn schoenen even uit.

Daarna draai ik de weg met rood en witte aanduiding in. De natuur is adembenemend mooi en de vergezichten zijn van het type dat ik al lang niet meer zag. Een halve dag stap ik zonder iemand te zien. Ik ben er gerust in zolang ik de zee maar zie. Na een paar uur kom ik twee keer op hetzelfde punt uit. Ik sta wat te kijken tot er plots uit het niets een Spaanse man, met ontbloot bovenlijf, verschijnt. Hij legt me netjes de weg uit en geeft nog wat info waar ik kan slapen vannacht. Vertrouwen hebben, het motto van de camino, denk ik als ik opgelucht verder stap.

Ik kom vanaf dan alleen nog maar paarden en koeien tegen. De koeien lopen op het wandelpad en gaan gedwee opzij als je er aan komt. De paarden en koeien doen ook aan zen. Blijven ten alle tijden rustig, ook al zitten er honderden vliegen in hun neus en ogen.

De Camino de Norte is niet echt te vergelijken met de Camino Frances. Het is op alle gebied een uitdaging. De ruwe natuur, de eenzaamheid en bijna geen plaatsen onderweg waar je iets kan eten of drinken. Maar hetgeen je in de plaats krijgt is een omgeving die nog helemaal puur en echt is. En daar geniet ik met volle teugen van.

Gisteren kwam ik redelijk uitgeput in Deba aan. In het officina toerismo zou ik een sleutel krijgen van de plaatselijke herberg. Het was als thuiskomen. Ik zag voor het eerst pelgrims en kwam er helemaal tot rust. Ik liet me voor het slapen gaan ook nog masseren door een Braziliaans meisje die hiermee iets kon bijverdienen. Ik jankte bijna van de zeer maar achteraf was het een weldaad voor mijn pijnlijke spieren.

Na een telefoontje met Jef, die thuis de boel weer organiseert, slaap ik in moe maar tevreden in.

1 opmerking:

Lies zei

Ik lees... met een gelukzalige glimlach, Katrien. 't Moet helemaal anders, maar zéér mooi zijn. 'k Ben een beetje 'woordenloos'...
Lie(f)s.