zaterdag 18 september 2010

Lezama - Bilbao.




Het was een bewogen avond.

Toen ik in de herberg aankwam, zat Ralf (de man met de hoed op de foto) al met zijn hond Marta te wachten. Hij had goeie hoop dat ze samen in de herberg mochten slapen. Met wat aandringen van de andere pelgrims, liet de hospitalero het oogluikend toe.

Het rustige leven in de herberg wordt verstoord als er plots een man opduikt die zeg dat Ralf met zijn hond onmiddelijk weg moet. Ralf kan niet meer naar het volgende dorp omdat dat te ver is. De man zegt dat hij in het voorportaal van de kerk kan slapen.

Ralf en Marta vertrekken en ik ga met de groep eten. Na een gezellige avond, ga ik toch nog even bij Ralf en Marta langs.

Dan doet Ralf zijn verhaal. Vorig jaar kreeg hij longkanker en na een lange revalidatie werd hem aangeraden om veel te wandelen. Hij zocht een hond als metgezel en in het asiel vond hij Marta. Een Spaanse straathond die meteen op hem kwam afgelopen en die haar hoofd op zijn knie vlijdde. Een diepe vriendschap werd geboren.

Ralf is een welgestelde man. Dat kan je zo zien. Hij woont in een groot landhuis naast een Duitse Jakobsweg. Hij heeft kamers voor pelgrims beschikbaar en kookt voor hen.

Nu slaapt Ralf dus buiten. En dat is waarschijnlijk niet de laatste keer. Spanje is een hondonvriendelijk land, vind ik, dus hij zal op veel plaatsen niet welkom zijn. Ik vraag hem of hij niet triest is. God gaf me een geweldig relativeringsvermogen, vertelt hij gelaten en rustig. We zullen aankomen in Santiago, hoe dan ook.

Ik krijg die krop in mijn keel niet doorgeslokken als ik hen aan de kerk achterlaat. Na een warme omhelzing vertelde ik dat ik hen nooit zal vergeten.

En met dit prachtige verhaal sluit ik af. Morgen nog naar de mis in de Catedral De Santiago en dan richting thuis. Een mooi vooruitzicht...

vrijdag 17 september 2010

Gernika - Lezama.





Gernika is de plaats die bekend staat voor de bombardementen die hier werden uitgevoerd door Duitse Vliegtuigen tijdens de Spaanse burgeroorlog. Deze tragedie is uitgebeeld door Picasso op zijn gelijknamig schilderij. Spijtig genoeg was het museum al gesloten gisteren en kon ik alleen rondwandelen op het Plaza de la Paz. Mijn avondmaal bestond uit tapas, gezellig in een Spaanse bar waar het vol zit met mensen die luid en door elkaar praten. En toch lijkt iedereen gelukkig.

Nadien zat ik nog met Denise in de eetzaal van de herberg. Zij was op vakantie bij haar zoon in San Juan de la Luz en verveelde zich daar en daarom besloot ze een weekje camino te stappen. Allerlei redenen zijn goed, denk ik zo. Ze ziet eruit als een kunstenares met haar grijze haren omhoog gebonden. We nemen hartelijk afscheid want vermoedelijk zien wij elkaar nooit meer.

Na een onvervalste snurknacht ga ik met een duf hoofd op pad. Vele eenzame kilometers over een historische weg. Daar kom ik Michael tegen. Iedere avond is hij dronken maar in de vroegte van elke morgen is hij weer op pad. Hij vertelt dat hij vorig jaar al naar Santiago stapte omwille van zijn drankprobleem, waar hij maar niet van afgeraakt. Ondertussen heeft hij een zoontje en stapt hij dus opnieuw. Weer om kracht te zoeken om af te kicken. Hij mist zijn zoon erg en ik vraag me af waarom hij toch nog zoveel drinkt elke avond. Maar ik luister alleen maar want sommige vragen zijn er om niet gesteld te worden.

We eten samen op een picknick tafel aan de rand van het bos. Ook Ralf en Marta komen erbij. Marta is een uitzonderlijke hond die zelf haar eten op haar rug draagt en nooit aan de leiband moet. Ik kan er naar blijven kijken. We delen het eten wat we in onze zak hebben en ik geniet.

Na 18 km een kleine bar op mijn weg waar ik twee koffies achter elkaar drink. En uit rust want mijn benen voelen vrij zwaar vandaag. Ik stapte 120 km op vijf dagen. Misschien zit dat er ook wel voor iets tussen.

Het landschap wordt iets glooiender omdat de Camino del Norte hier een draai naar het binnenland maakt, richting Bilbao. Binnen een dag of twee zitten de pelgrims weer aan zee en de meesten kijken daar erg naar uit.

Morgen een korte stapdag van ongeveer 14 km. De herberg is vlakbij het vliegveld van Bilbao en we zien, en horen, de vliegtuigen dan ook laag overvliegen. Maar de herberg is gemoedelijk en rustig. Hopelijk blijft dat zo vannacht.

donderdag 16 september 2010

Markina Xemen - Gernika.






Gisterenavond at ik samen met Mike en Sue en hun vrienden uit Engeland. Veel leuker om in gezelschap te eten. Voor het eerst, sinds zaterdag denk ik, een fatsoenlijk maal. Het deed nog geen beetje deugd. De nacht was rustig ondanks een dronken pelgrim op onze kamer.

Vanmorgen was het regenachtig. Ik ontbeet in een bar met de gebruikelijke cafe con leche en daarna ging ik op weg.

Mijn eerste stop was het monnikenklooster van Zenaruzza. Eigenlijk wilde ik er gisteren slapen maar mijn lijf trok het niet meer tot daar. Deze monniken waren de eersten die de pelgrims gastvrijheid aanboden in dit bergachtig gebied van Baskenland. Het ligt aan de voet van de berg Oiz. Wanneer je de vervallen poort binnengaat lijk je in een andere wereld te komen. Je voelt de adem van de geschiedenis, staat er in mijn boek, en ik kan het niet beter zeggen. Als ik de kerk binnenga, is het stil zoals het alleen stil kan zijn in een kerk.

De weg naar het toilet wijst me een monnik met het gekende monnikenkapsel. Hij is erg vriendelijk en feliciteert mij met mijn moed om te stappen op deze zware caminoweg.

Weer klimmen en dalen over modder en stenen. Tot er plots uit het niets een minidorpje opduikt waar je zelfs koffie kan drinken. Wat een geschenk na een paar uur zweten.

Nog een kilometer of tien door het bos nu. Gisteren hebben ze de velden gemaaid hier, ook de vele bossen munt die er stonden. Door de regen ruikt dat ongelofelijk. Ik liep dan ook op een wolk van munt.

Daarna zou er nog een bar komen maar die was gesloten. Twee vrouwen hadden blijkbaar medelijden en voor ik het wist zat ik tussen hen in en had een glas cola vast. Deze momenten zijn kostbare Caminoherinneringen. Zij poseerden heel trots voor mijn lens.

Nadien kon je kiezen. Het pad door de bergen of een weg langs een baan. Ik sta nog wat te denken en op mijn kaart te kijken als daar plots mijn Engelse vrienden zijn. Ze nemen het bospad. En tegelijk beslisten ze ook voor mij. Ik nam de baan want ik wilde alleen zijn. De weg die ik deed was perfect voor meditatie. Niet moeten uitkijken waar je loopt door stenen en modder maar rechtdoor voor 7 km langs een fantastisch ruikend eucalypthusbos.

Wanneer ik bijna in Gernika ben, eet ik nog wat. Gezellig in een bushokje waar ik droog zit. Het enige waar ik mijn vegetarische voornemens even voor opzij zet, echte Spaanse chorizo met stokbrood.

Nu logeer ik in de jeugdherberg van Gernika. Ik vroeg de eigenares om een publieke telefoon om nog even naar huis te bellen. Ik kreeg de hare en kon bellen zolang ik wilde. Je maakt hier wat vriendelijkheid mee.

Het zwaarste deel zit er op voor mij. Morgen en overmorgen wordt nog uitlopen naar Bilbao.

woensdag 15 september 2010

Deba - Markina Xemen.





De charmante Portugees waar ik gisteren een fijn gesprek mee had, veranderde vannacht in een kwelgeest. Met zijn snurken namelijk. Ik dacht aan de koeien en paarden met hun vliegen. Dus probeerde ik ook aan zen te doen en wonder boven wonder viel ik snel in slaap.

De pelgrims staan hier niet zo vroeg op. Het tempo is hier veel rustiger, ook natuurlijk omdat er veel minder pelgrims op weg zijn. Rond negen uur ontbeet ik in een bar met klassieke muziek op de achtergrond.

Ik was weer klaar voor een stapdag. Nadat ik de haven van Deba gepasseerd ben, is het steil omhoog de bergen in. Er zijn vandaag geen stopplaatsen dus heb ik mij van genoeg eten en vooral drinken voorzien.

Aan het kleine kerkje van Olatz rust ik even. Een Spaanse tomaat en een stuk stokbrood en even mijn schoenen uit. Ik probeer niet constant naar mijn fototoestel te grijpen. Er is zoveel moois dat ik alles zou willen vastleggen. Ik schrik me te pletter als de kerkklokken luiden.

Later zie ik op de weg een dood everzwijntje liggen. Weet ik ineens waar die drollen op de weg vandaan komen. Ik hoor precies ook af en toe geknor maar dat kan inbeelding zijn. Dat komt ook omdat je heel de dag alleen stapt. Soms zeg ik dan ook eens iets hardop tegen mezelf of tegen de koeien en paarden. Op de boerderijen lopen de paarden gewoon los. Dat is zo mooi.

Het Baskische binnenland waar ik nu door stap, is nog onaangetast. Het pad waar we over stappen is bezaaid met stenen en takken. Pas in de dertiende eeuw werden hier voor het eerst Pelgrims gezien terwijl ze over de Camino Frances al veel vroeger liepen. De bossen zijn ondoordringbaar en er leven bijna geen mensen. Ik denk dat ik vandaag op heel de dag twee boerderijen zag maar geen boeren.

De laatste afdaling was zeer zwaar. Drie kilometer steil naar beneden, een aanslag op mijn lijf. Daarom ben ik weer blij met mijn slaapplaats. In het klooster van dit dorpje hebben de Zusters tien bedden voor pelgrims. Douches en alles incluis.

Mijn uitrusting is ook iets beter dan vorige keer. Enkel mijn nieuwe rugzak moet ik regelmatig verstellen maar mijn schouders doen al minder pijn. De camelbag die ik bij heb, is een geweldige uitvinding en mijn voeten doen wat ze moeten doen. Wanneer ik helemaal ingelopen zal zijn, is het tijd om naar huis te komen. Nog drie stapdagen tot in Bilbao.

Zarauth - Deba.






Noodgedwongen sliep ik in een jeugdherberg. Het was er nogal eenzaam omdat er geen pelgrims waren. Bij het ontbijt was ik echter niet alleen. Pedro was er ook en hij had zelfs een stoel met zijn naam op. Hij knikte nog eens met zijn hoofd als ik vertrok. Vreemde man, denk ik nog.

Ik loop Zarauth uit langs de kust op een soort wandelpad gemaakt voor jongers en wandelaars. Daarna ga ik de bergen in. Ik twijfel of ik de route langs de kust neem ofwel de aangeduide gele pelgrimsweg. Langs de kust zou ik de gr 121 moeten nemen. Zo kan ik de hele dag de zee zien.

In het kleine dorpje, waar ik gelukkig iets kan drinken, zegt de dame dat de route langs de kust prachtig is en dat ik niet moet twijfelen. Ik blijf nog wat op haar terras zitten en doe mijn schoenen even uit.

Daarna draai ik de weg met rood en witte aanduiding in. De natuur is adembenemend mooi en de vergezichten zijn van het type dat ik al lang niet meer zag. Een halve dag stap ik zonder iemand te zien. Ik ben er gerust in zolang ik de zee maar zie. Na een paar uur kom ik twee keer op hetzelfde punt uit. Ik sta wat te kijken tot er plots uit het niets een Spaanse man, met ontbloot bovenlijf, verschijnt. Hij legt me netjes de weg uit en geeft nog wat info waar ik kan slapen vannacht. Vertrouwen hebben, het motto van de camino, denk ik als ik opgelucht verder stap.

Ik kom vanaf dan alleen nog maar paarden en koeien tegen. De koeien lopen op het wandelpad en gaan gedwee opzij als je er aan komt. De paarden en koeien doen ook aan zen. Blijven ten alle tijden rustig, ook al zitten er honderden vliegen in hun neus en ogen.

De Camino de Norte is niet echt te vergelijken met de Camino Frances. Het is op alle gebied een uitdaging. De ruwe natuur, de eenzaamheid en bijna geen plaatsen onderweg waar je iets kan eten of drinken. Maar hetgeen je in de plaats krijgt is een omgeving die nog helemaal puur en echt is. En daar geniet ik met volle teugen van.

Gisteren kwam ik redelijk uitgeput in Deba aan. In het officina toerismo zou ik een sleutel krijgen van de plaatselijke herberg. Het was als thuiskomen. Ik zag voor het eerst pelgrims en kwam er helemaal tot rust. Ik liet me voor het slapen gaan ook nog masseren door een Braziliaans meisje die hiermee iets kon bijverdienen. Ik jankte bijna van de zeer maar achteraf was het een weldaad voor mijn pijnlijke spieren.

Na een telefoontje met Jef, die thuis de boel weer organiseert, slaap ik in moe maar tevreden in.

maandag 13 september 2010

San Sebastian - Zarautz.





Vannacht hingen er plots twee jonge meiden boven mijn bed. Ik sliep al toen zij terug kwamen van het uitgaan. En voor zij vertrokken, was ik er nog niet. Ze excuseerden zich voor het gegiechel maar ik hoorde al snel niets meer.

Vanmorgen kwam ik in de stille ontbijtzaal. De dame tegenover mij had toch behoefte aan een babbel en al snel ontdekken we dat we landgenoten zijn. Ontbijten deed ik dus met een dame uit Brugge. Ze geeft me nog een paar tips vooraleer we afscheid nemen. Haar tijd op de Camino zit erop. Fijn om zo deze dag te beginnen.

Mijn zintuigen staan ondertussen weer op scherp. De natuur is prachtig en ondanks de nakende herfst nog groen en fris. Er hangt een soort zoete geur langs de weg. Ik kan hem niet thuisbrengen maar misschien is het de combinatie van het groen en de geur uit de zee. Er staat nog volop munt en langs de kant staan nog veel bloemen te bloeien in allerlei kleuren.

Dat is wel heel speciaal. Ik heb de zee altijd in het vizier. Enkel een paar klimmetjes door de bergen doet de zee verdwijnen.

Rond de middag kwam ik in Orio. Ik dacht dat ik 10 km gedaan had. Maar toen het er bijna 16 bleken, wist ik waar mijn honger vandaan kwam. Op een zonnig terras dronk ik de eerste cafe con leche. Nadien weer verder. Pijpen van de broek afgeritst want de zon is flink van de partij.

Ik denk veel aan mijn Camino. Er is veel vergelijkbaar en toch ook weer niet. Maar toch ben ik moeiteloos overgeschakeld naar een Caminoritme. De rugzak waarin je alles meedraagt. De voeten verzorgen na het stappen en veel drinken. De honden onderweg en de energie langs en op de weg.

Vandaag slaap ik in Zarauth in een grote jeugdherberg. De alberges voor pelgrims zijn enkel open in juli en augustus. Zo kom je veel verschillende mensen tegen.

Daarjuist liep ik met mijn voeten langs de vloedlijn. Geen beter massage dan dat. De zee ziet er verleidelijk uit maar ik ben mijn badpak vergeten...sund...

zondag 12 september 2010

Oud-Turnhout - San Sebastian.

Het was nog vroeg vanmorgen en het eerste deel van de reis zou ik rijden. De twee lieve meiden die een schooljaar in Spanje gaan studeren, namen met een dikke knuffel afscheid. Zoon en zijn vriend helemaal in vakantiestemming. En ik ook rustig en vol vertrouwen dat de weg weer alles zou bieden wat er nodig is.

Ondertussen zit ik in een kleine herberg aan de rand van San Sebastian. Jaren geleden trokken we met vieren in een gehuurde mobilhome door deze stad. Ons jongens aten toen voor het eerst tapas. Een mooie herinnering aan een stad die werkelijk serieus uit zijn voegen gebarsten is. Overal hoge, nieuwe appartementen en winkels allerlei.

De gps, wat een uitvinding, brengt de auto tot aan de deur van mijn eerste slaapplaats. Lars ziet ze ook het eerst, de gele wegwijzers, richting Santiago. Ik zit nu op 20 meter van waar ik morgen de eerste stappen richting Bilbao zal zetten. Ongeveer 134 km van hieruit.

De eerste stempel kreeg ik hier van een vriendelijke hospitalero die de nodige informatie geeft. Ik zit weer helemaal op de Camino.

Een glimp van de zee zag ik ook al. Morgen weer stap na stap.