maandag 11 januari 2010

Gezongen Poëzie.



Alles gaat voorbij en alles blijft,
maar ons lot is voorbijgegaan,
voorbijgaan en weg afleggen,
wegen over zee.
Nooit heb ik roem nagestreefd
noch de mensen mijn lied willen inprenten.

Ik hou van subtiele werelden,
gewichtloos en vriendelijk,
als zeepbellen.

Ik hou ervan om te zien hoe ze
in de zon rood kleuren, vliegen
onder de blauwe hemel, onverwacht
trillen en uit elkaar spatten…

Nooit heb ik roem nagestreefd.

Reiziger, het zijn je sporen
de weg en verder niets;
reiziger, er is geen weg,
de weg maak je zelf door te gaan.

Stappend maak je de weg
en als je achterom kijkt
zie je het pad dat je nooit meer
zult betreden.

Reiziger, er is geen weg
slechts schuimsporen op zee…

Enige tijd geleden hoorde men op deze plaats, waar nu een doornbos staat
de stem van een dichter die riep:
“Reiziger, er is geen weg,
de weg maak je zelf door te gaan…”

Stap voor stap en regel voor regel…

De dichter stierf ver van huis, bedekt door het stof van een naburig land. Toen men van die plek wegliep hoorde men hem wenen:
“Reiziger, er is geen weg, de weg maak je zelf door te gaan…”

Als de vink niet kan zingen.
Als de dichter een pelgrim is.
Als bidden ons niets oplevert.
“Reiziger, er is geen weg,
de weg maak je zelf door te gaan…”

Waarom de sporen van het toeval
wegen noemen?
Ieder die stapt, gaat vooruit,
als Jezus, over zee.

2 opmerkingen:

Goofball zei

wow

Lieven zei

Wow! mooi!
Het zouden ook de woorden van Paulo Coelho kunnen zijn.
De weg die je zelf maakt